Over katten met een paspoort, trotse Romeinen en waarom ‘ius sanguinis’ ingewikkelder klinkt dan het is
Toen ik drie jaar geleden verliefd werd op een man met donkere krullen, een zwoele stem en een voorliefde voor muntthee dacht ik niet meteen aan paspoortkwesties. Al helemaal niet toen ik met hem samen ging wonen in Italië. Het land van dolce far niente, wijn bij de lunch en eindeloze discussies over wie de beste espresso maakt. Maar nu ik weer in Nederland woon en vijf maanden zwanger ben van ons eerste kindje, houd ik me ineens wel bezig met paspoorten. En met lastige Latijnse termen zoals ‘ius soli‘ en ‘ius sanguinis‘.
En geloof me: ik had het liever bij cappuccino en gelato gehouden.
Ius-wattes?
Laten we beginnen met de basics.
Er zijn grofweg twee manieren waarop landen nationaliteit toekennen bij de geboorte:
- Ius sanguinis (recht van het bloed): de nationaliteit wordt bepaald door de nationaliteit van de ouders. Het maakt dan niet uit waar je ter wereld geboren wordt, het gaat om je afstamming.
- Ius soli (recht van de grond): wie geboren wordt op het grondgebied van een land, krijgt automatisch de nationaliteit. Punt.

In Italië geldt de ius sanguinis
Geen Italiaanse bodem of Romeinse wieg maakt daar verschil in. Ben je geboren in Florence, maar zijn je ouders geen Italianen? Dan krijg je bij geboorte géén Italiaans paspoort. Zelfs niet als je eerste woordjes ‘ciao mamma’ zijn.
Waarom we Mambo moesten laten voorgaan volgens de ius sanguinis

In oktober 2024 verhuisden we terug naar Nederland. En pas toen begon ik me echt te verdiepen in wat de geboorte hier — of juist daar — zou betekenen voor de nationaliteit van ons kind. Want ik ben Nederlands, hij is Marokkaans. En Italië, waar alles begon, speelt juridisch ineens geen enkele rol meer in ons liefdesverhaal.
Toen ik nog in Italië woonde, zag ik dit als iets wat bij de cultuur hoorde. De Italianen zijn trots op hun erfgoed. Ze spreken met vuur over hun regio, hun dialect, hun oma’s recept voor ragù. Alles is doordrenkt van identiteit en afkomst, dus is het ergens logisch dat nationaliteit ook niet zomaar uit de lucht komt vallen.
Maar toen werd ik zwanger. En begon ik me af te vragen: Wat betekent dit voor mijn kind?
Mijn vriend is geboren in Casablanca, woont al 19 jaar in Italië en spreekt vloeiend Italiaans, maar heeft nog steeds geen Italiaans paspoort. Ik ben geboren en getogen in Nederland.
En dan komt het: als ons kind in Italië zou worden geboren, zou het dus géén Italiaans staatsburger zijn. Ondanks het geboorteland.
Maar weet je wie dat wél is?
Onze kat Mambo.
Mambo kwam als kitten bij ons wonen in Italië. Hij kreeg keurig zijn dierenpaspoort en EU-vlaggetje. Een Italiaanse burger volgens de boekjes. Ik zeg al jaren dat hij zich een beetje elitair gedraagt, maar dit bevestigt het alleen maar. Echt een ‘Mambo Italiano‘, zoals in het bekende lied van Dean Martin.
Wat krijgt de baby dan wél?

Leestip: Grande amore en Dikke Titels onder de Italiaanse zon
Gelukkig zijn er alternatieven. Ons kind krijgt:
- De Nederlandse nationaliteit via mij (dankjewel ius sanguinis).
- De Marokkaanse nationaliteit via zijn/haar vader (Marokko werkt óók met ius sanguinis, al moest dat tot 2007 wel per se via de vader, tegenwoordig mag het ook via de moeder).
Maar geen Italiaans paspoort.
Tenzij hij/zij:
- op zijn of haar 18e in Italië woont,
- kan aantonen daar geboren te zijn én
- er onafgebroken heeft gewoond.
Pas dan is een naturalisatie tot Italiaans staatsburger mogelijk.
Ius sanguinis = trots op bloed, niet op bodem

Waar deze regels vandaan komen?
Italië is, net als veel andere Europese landen, gebouwd op het idee van bloedlijnen en identiteit. In een land waar regio’s als zelfstandige mini-koninkrijken voelen (vraag maar aan een Napolitaan of hij zichzelf Italiaan noemt), is afkomst belangrijker dan locatie.
Het is een houding die we terugzien in wetgeving: nationaliteit is geen gunst, maar een afspiegeling van wie je bent. En dan bedoelen ze niet je Spotify Wrapped of je favoriete pasta, maar je familiegeschiedenis.
Waarom ik ben teruggekeerd
Naast het gemis van mijn roots en de Hollandse directheid, was dit ook een praktische reden om weer naar Nederland te komen. In Nederland is het aanvragen van een paspoort voor je kind als Nederlandse moeder redelijk rechttoe rechtaan: geen 18 jaar wachten, geen bewijs van verblijf, geen Romeinse bureaucratie. Gewoon een afspraak bij de gemeente.
En ook handig: straks kan mijn kind in Nederland opgroeien met twee nationaliteiten. En misschien zelfs drie, als we ooit besluiten het Italiaanse alsnog aan te vragen – mocht hij/zij zich net zo aristocratisch gaan gedragen als Mambo.

Wat zegt dit eigenlijk?
Deze paspoortperikelen zeggen eigenlijk iets groters. Over hoe landen naar identiteit kijken. Over erfgoed, wortels, afkomst en hoe moeilijk dat allemaal juridisch te vangen is.
En over hoe je als ouder ineens met dit soort vragen geconfronteerd wordt:
Wie is mijn kind voor de wereld?
Wat betekent het om ergens bij te horen?
Voor nu houd ik het bij luiers, rompertjes en het aanvragen van twee paspoorten. Want hoe ingewikkeld het allemaal ook klinkt, liefde overstijgt grenzen en bureaucratie gelukkig ook (met genoeg kopietjes, stempels en geduld).
En Mambo? Die ligt als volleerd Italiaan te zonnen in de vensterbank. Zijn paspoort op zak. Zijn nationaliteit als vanzelfsprekend en met een Italiaanse “Miao”